Het brouwproces

Het brouwproces

Mout is bewerkte gerst / tarwe / spelt / haver waarbij de korrel eerst wordt geweekt om te ontkiemen en daarna gedroogd In de meeste bieren wordt alleen gerst gebruikt. In witbieren of weizen zit ook tarwe.

Eesten: Het drogingsproces waarbij ook de kleur van de mout wordt bepaald en indirect ook van het latere bier. Schroten is hete breken van gerstekorrels zodat tijdens het brouwen de oplosbare suikers gemakkelijker kunnen worden opgelost.

Maïschen: Zetmeel worden omgezet tot oplosbare suikers. Dit gebeurd in een aantal stappen stappen tussen de 40 en 75 graden. Daarna wordt het bier gefilterd.

Brouwen: De gefilterde vloeistof (wort) brengt men aan de ook en er wordt hop toegevoegd. Bittere hop als eerste en aroma hop wat aan het einde van het kookproces. Dit kan ok na het koken en tijdens de lagering gebeuren.

Vergisting: Na het brouwen wordt er gist toegevoegd om suikers op te lossen om smaak en alcohol te laten ontstaan, hierbij komt kooldioxide vrij.

Lagering: Na de vergisting mot een bier tot rust komen dat komt de smaak ten goede.

Afvullen: Het gerijpte bier kan worden afgevuld

Terug naar blog